Category : Lexicon
(uit het Engels: to jitter = trembling). Tijdelijke onzekerheid in het optreden van gebeurtenissen. Zie ook fase ruis. Wordt vooral gebruikt bij de transmissie van digitale signalen, waarbij de tijdelijke gebeurtenissen de signaalranden van het verzonden signaal vertegenwoordigen. < / p> < p>Jitter, als het een bepaalde sterkte overschrijdt, kan de juiste detectie van het ontvangen signaal voorkomen en leiden tot gegevensfouten. Daarom wordt voor een bepaald transmissiesysteem een bovengrens vastgesteld voor de toegestane jitter. Deze bovengrens is afhankelijk van de gegevenssnelheid en de gebruikte modulatiemethode. Hoe hoger de gegevenssnelheid, hoe minder jitter is toegestaan.
als een klok ook wordt hersteld van het verzonden digitale signaal, dan kan de kwaliteit van deze klok worden beïnvloed door de jitter. Dit betekent dat de herstelde klok zelf kan worden beïnvloed door jitter. Een belangrijke eigenschap van een circuit voor klokherstel is daarom de jitteronderdrukking, dat wil zeggen het vermogen om ondanks de jitter in het ontvangen signaal nog steeds een schone klok te genereren. Dit is vooral belangrijk als een klok met een lage jitter nodig is, bijvoorbeeld voor de A / D-conversie of de D / A-conversie. < / p> < p>Jitter wordt vaak gespecificeerd als een tijd, die aangeeft hoeveel de gebeurtenis (bijvoorbeeld de signaalrand) te vroeg of te laat kan komen. < / p>
zie ook: